Minimumvergoeding voor pakketbezorgers
De minimumvergoeding voor pakketbezorgers is in het leven geroepen om sociale uitbuiting te bestrijden en eerlijke concurrentie te bevorderen. Die verplichting geldt vanaf 1 juli 2024.
Die minimumvergoeding stemt overeen met de minimale uurvergoeding (exclusief btw) die de pakketbezorgingsdienst moet betalen aan de pakketbezorger en ze bevat alle kosten. Het spreekt voor zich dat de vergoeding van een pakketbezorger hoger mag liggen dan de minimumvergoeding.
Er bestaan twee verschillende vergoedingen op basis van het transportmiddel.
De berekening van de minimumvergoeding voor pakketbezorgers
Voor de berekening van de minimumvergoeding van pakketbezorgers heeft de overheid een berekeningsmethode laten ontwikkelen door transporteconomen van de Universiteit Antwerpen. Vervolgens heeft ze overleg gepleegd met het Instituut wegTransport en Logistiek België (ITLB) en verschillende Belgische belangengroepen in de transport- en logistieke sector om het berekeningsmodel verder te verfijnen.
Twee types vergoeding volgens het type rijbewijs
Voor de minimumvergoeding onderscheidt de wet twee transporttypes: het gebruik van een gemotoriseerd voertuig of een fiets.
Toch moeten we in de praktijk kijken naar het koninklijk besluit dat de praktische regels van de wet vastlegt. Dat ‘uitvoeringsbesluit’ onderscheidt die twee transporttypes op basis van het type rijbewijs dat vereist is voor het gebruikte transportmiddel.
Om te weten op welke minimumvergoeding een pakketbezorgers recht heeft, maakt u daarom het volgende onderscheid:
- Transporttype 1: het gebruikte transportmiddel vereist ten minste een rijbewijs B
- Transporttype 2: het gebruikte transportmiddel vereist lager dan een rijbewijs B of geen rijbewijs
Let op, tot transporttype 2 behoren zowel fietsen, elektrische fietsen en scooters waarvoor geen rijbewijs nodig is, als speedpedelecs, scooters en motoren waarvoor een rijbewijs A, A1 of A2 of AM vereist is.
Welke parameters en kosten bepalen de berekening?
De berekening houdt rekening met 4 soorten kosten, in grootte aangepast aan het transporttype:
- Energiekosten
- Arbeidskosten (bv. minimumuurloon paritair comité 140.03, werkgeversbijdrage, gemiddeld ziekteverzuim, ...)
- Vaste voertuigkosten (bv. afschrijving, onderhoud, verzekering, ...)
- Algemene kosten (bv. kleding, gsm, gsm-abonnement, ...)
Die kosten worden berekend in verhouding tot 3 gemiddelden die eigen zijn aan de uitvoering van de job. Ze worden ook in grootte aangepast aan het transporttype:
- Het aantal gewerkte uren per dag
- Het aantal gewerkte dagen per maand
- Het aantal gereden kilometers per dag
In de volgende tabel vindt u het detail van de elementen waarmee rekening is gehouden op basis van de recentste gegevens. Die bedragen delen we enkel informatief mee en zijn exclusief btw. De officiële bron vormt steeds het ministerieel besluit zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Transporttype 1 | Transporttype 2 | |
---|---|---|
Arbeidskosten | ||
Minimale uurloon | 25,5072 euro | 25,5072 euro |
Gewerkte uren per semester | 1.170 uur | 878,64 uur |
Afgelegde afstand per semester | 11.700 km | 8.786,4 km |
Voertuigkosten | ||
Afschrijving | 426,29 euro/maand | 152,78 euro/maand |
Onderhoud | 93,33 euro/maand | 125 euro/maand |
Verzekering | 180 euro/maand | 9 euro/maand |
Banden | 28,99 euro/maand | - |
Technische keuring | 5,57 euro/maand | - |
Verkeersbelasting | 13,58 euro/maand | - |
Algemene kosten | ||
Algemene kosten (administratief, …) | 1,80 euro/uur | 2,40 euro/uur |
Energiekosten | ||
Gemiddelde kosten tijdens de voorbije 6 maanden | 1,90 euro/uur | 0,0113 euro/uur |
Periodiek bijwerken van de berekening
De minimumvergoeding wordt periodiek bijgewerkt:
- Elke 6 maanden voor de energiekosten, volgens de consumptieprijsindex. De update gebeurt telkens op 1 juli en 1 januari
- Jaarlijks voor de arbeidskosten, onder andere op basis van het PC 140.03
- Jaarlijks voor de andere kosten, volgens de afgevlakte gezondheidsindex
- Driejaarlijks wordt de methodologie herzien